Voedselsupplementenzijn stoffen die tijdens de verwerking of bereiding aan voedsel worden toegevoegd om bepaalde eigenschappen te versterken of om het voedsel te conserveren. Ze dienen verschillende functies, zoals het verbeteren van de smaak, textuur, uiterlijk of houdbaarheid van het voedingsproduct. Voedseladditieven kunnen natuurlijk of synthetisch zijn en ondergaan strenge veiligheidsevaluaties voordat ze worden goedgekeurd voor gebruik.
Hier zijn enkele veel voorkomende soorten voedseladditieven:
Conserveermiddelen: Deze additieven helpen bederf te voorkomen en de groei van bacteriën, gisten en schimmels te remmen. Voorbeelden zijn onder meer benzoaten, sorbaten, sulfieten en nitrieten.
Smaakversterkers: Deze additieven verbeteren of wijzigen de smaak en het aroma van voedsel. De bekendste smaakversterker is mononatriumglutamaat (MSG). Andere voorbeelden zijn dinatriuminosinaat en dinatriumguanylaat.
Kleurstoffen: Voedselkleurstoffen worden toegevoegd om de kleur van voedselproducten te verbeteren of te herstellen. Ze kunnen natuurlijk of synthetisch zijn. Voorbeelden hiervan zijn carotenoïden, chlorofyl en synthetische kleurstoffen zoals Tartrazine (Geel 5) en Allura Red (Rood 40).
Zoetstoffen: Deze additieven geven voedsel zoetheid zonder calorieën toe te voegen of met minder calorieën dan suiker. Voorbeelden hiervan zijn aspartaam, sacharine, sucralose en stevia.
Emulgatoren: Emulgatoren helpen bij het mengen van ingrediënten die anders zouden scheiden, zoals olie en water. Ze worden vaak gebruikt in bewerkte voedingsmiddelen zoals mayonaise, saladedressings en gebak. Voorbeelden hiervan zijn lecithine, mono- en diglyceriden en polysorbaten.
Stabilisatoren en verdikkingsmiddelen: deze additieven helpen de consistentie, textuur en stabiliteit van voedingsproducten te behouden. Voorbeelden hiervan zijn carrageen, xanthaangom en pectine.
Antioxidanten: Antioxidanten worden aan voedsel toegevoegd om de oxidatie van vetten en oliën, wat tot ranzigheid kan leiden, te voorkomen of te vertragen. Veel voorkomende voorbeelden zijn tocoferolen (vitamine E), ascorbinezuur (vitamine C) en gebutyleerd hydroxyanisol (BHA).
Antiklontermiddelen: Deze additieven voorkomen het klonteren of aankoeken van poeder- of korrelvormige stoffen. Voorbeelden zijn onder meer siliciumdioxide, calciumsilicaat en magnesiumstearaat.
Het is belangrijk op te merken dat levensmiddelenadditieven strikte regelgeving en tests ondergaan om hun veiligheid voor consumptie te garanderen. Regelgevende instanties in verschillende landen, zoals de Food and Drug Administration (FDA) in de Verenigde Staten en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) in Europa, stellen richtlijnen en toegestane limieten op voor het gebruik van levensmiddelenadditieven.